De tiendaagse veldtocht en Boutersem
Nederland valt België binnen
Op 2 augustus 1831 viel het Nederlandse leger België binnen, dat zich het jaar voordien van Nederland afgescheiden had. De opmars eindigde op 12 augustus, tien dagen later dus, met de inname van Leuven. Ondertussen was ook het Franse leger België binnen getrokken om de Belgische onafhankelijkheid te verdedigen. Om een conflict met Frankrijk te vermijden was Nederland daarom bereid tot een wapenstilstand. Vanaf 14 augustus trok het Nederlandse leger zich dan ook terug.
Erkenning van België
Pas in 1839 erkende Nederland de Belgische onafhankelijkheid. Als onderdeel van de overeenkomst moest België een deel van Limburg afstaan (de huidige provincie Nederlands-Limburg) en oost-Luxemburg (het huidige Groot-Hertogdom). Tevens nam België 16/31ste van de Nederlandse staatsschuld over. Nederland waarborgde de toegang tot de haven van Antwerpen via de Westerschelde. België mocht een spoorwegverbinding aanleggen door Nederlands-Limburg, de zogenaamde Ijzeren Rijn.
De Slag bij Boutersem
Op 11 en 12 augustus 1831 troffen de legers van koning Leopold I en de Nederlandse kroonprins Willem elkaar in Boutersem. Leopold I was toen pas twintig dagen beëdigd als koning. Willem zal in 1840 zijn vader als koning Willem II opvolgen. Om de Nederlandse opmars richting Leuven te stuiten, gaf Leopold I de Belgische troepen op 11 augustus 1831 opdracht om op te trekken richting Tienen. Leopold I voerde zelf zijn troepen aan en bivakkeerde aan de westrand van Boutersem, op de grens met het huidige Bierbeek. In de late namiddag werd de Nederlandse voorhoede teruggedreven tot Kumtich. Vroeg in de ochtend van 12 augustus lanceerde het Nederlandse leger, aangevoerd door de Nederlandse kroonprins, vanuit het oosten de tegenaanval. Leopold I beval daarop de strategische terugtocht. De troepenopmars werd vertraagd toen een kanonskogel het paard van de kroonprins trof. Vermoedelijk werd deze afgevuurd vanop de hoogte nabij het kruispunt van de huidige Aarschotsebaan en de Leuvensesteenweg. Hij trof het paard van de kroonprins die door het dorp richting Leuven optrok. De prins zelf bleef ongedeerd.
Dit tafereel werd meermaals geschilderd en moest onder meer de moed van de kroonprins illustreren. Ook vandaag is in het Amsterdamse Rijksmuseum nog een schilderij van ‘de Slag bij Bautersem’ te zien.

Het 12de Linie en de slag bij Boutersem
Het twaalfde linieregiment
Aan de Slag bij Boutersem is de naam verbonden van het tot vandaag actieve Twaalfde Linieregiment. Tussen 12 augustus 1831 en 12 januari 1832 was een Belgische vlag, die ontzet werd uit de kerktoren van Boutersem, het vaandel van het 12de Linie.
Oprichting van het Belgische leger
Na het uitroepen van de onafhankelijkheid (4 oktober 1830) begon het Voorlopig Bewind met de organisatie van een strijdmacht. Hiervoor deed men beroep op reeds actieve militairen uit het Leger der Nederlanden, aangevuld met opstandelingen die zich verenigd hadden in Vrijkorpsen. Het Voorlopig Bewind ontsloeg Belgische officieren van hun eed van trouw aan de Nederlandse koning. Vermits Belgische officieren een kleine minderheid vormden in het Nederlandse leger, kampte het pas opgerichte Belgische leger met een tekort aan gevormde bevelvoerders. Ook de uitrusting was ondermaats. Nog in 1830 werden elf Linieregimenten opgericht. Het 12e Linieregiment ontstond op 30 maart 1831 en omvatte voornamelijk vrijwilligers. Het werd geleid door kolonel de l’Escaille, die eerder diende in het Oostenrijkse, het Napoleontische en het Nederlandse leger.
De slag bij Boutersem
Tijdens de Slag bij Boutersem bestond de Belgische voorhoede voornamelijk uit het 12e Linieregiment (ca. 1270 man), aangevuld met een bataljon van het 7e Linieregiment en een Compagnie van de Brusselse burgerwacht (ca. 200 man). Op 11 augustus rond 14 uur raakte een eerste bataljon van het 12e Linie slaags met het Nederlandse leger, dit zowat een kilometer ten westen van Boutersem. Later in de namiddag gaf koning Leopold I het bevel Boutersem binnen te trekken. Op het dorpsplein werd een Belgische vlag gehesen in de kerktoren. Tijdens de daarop volgende gevechten leek het er even op dat het dorpsplein zou heroverd worden door het Nederlands leger. Luitenant Lesage van het 12e Linie zou daarop de vlag terug uit de kerktoren halen. Nog dezelfde avond slaagde het 12e Linie er in, samen met de inmiddels aangerukte burgerwacht van Bergen, Roosbeek te heroveren. Tegen 22 uur zwegen de wapens. De volgende ochtend lanceerden de Nederlandse troepen evenwel een tegenaanval. Daarop besloot men zich strategisch terug te trekken.
Ter herdenking van deze gebeurtenissen werd een nieuwe woonwijk nabij het dorpsplein van Boutersem ‘Twaalfde Liniehof’ gedoopt.
In een geschiedenis van het 12e Linie wordt ‘de ontzetting van de vlag’ uitgebeeld. Deze tekening dateert echter van latere datum. De kerk op de afbeelding is immers het huidige gebouw. Het toenmalige kerkje werd in 1842 afgebroken.
