Milieuhinder
Onder milieuklachten worden verstaan alle klachten betreffende een milieuverstoring, meer bepaald klachten over geluids-, geur-, stof-, rook- of lichthinder of bij een vermoeden dat de menselijke gezondheid kan worden aangetast.
De milieudienst van de gemeente is het centraal meldpunt en staat in voor het registreren van deze milieuklachten in samenwerking met de politie (politiezone Lubbeek).
De gemelde klachten worden geregistreerd. Het doel van deze registratie is een inzicht te krijgen in de hinderbronnen en probleemsituaties in de gemeente, zodat op lange termijn gerichte acties kunnen ondernomen worden om de milieuhinder terug te dringen.
Is je milieuklacht gerelateerd aan een activiteit van je buur? Bijvoorbeeld, je buur stookt afval op in de tuin? Probeer dan eerst te praten voor je een klacht indient. In bijgevoegde folder vind je een stappenplan om je te begeleiden bij burenhinder.
Geluidshinder
Geluidshinder is een subjectieve ervaring van mensen: het is een kwestie van beleven, aanvoelen. Iedere persoon ervaart 'geluid' of 'lawaai' op een andere manier. Daarom is het niet eenvoudig een goed gemeentelijk geluidsbeleid te voeren. Toch heeft de geluidskwaliteit van de omgeving een enorme impact op de leefkwaliteit en het welzijn. In het algemeen politiereglement werden hierover een aantal bepalingen opgenomen.
Lichthinder
Overmatig gebruik van kunstlicht ’s nachts leidt tot lichthinder. Deze lichthinder kan zich voordoen als verblinding, als verstorende factor tijdens nachtelijke activiteiten of hij kan een algemeen gevoel van onbehagen inhouden met psychologische klachten en stress tot gevolg. Vooral astronomen klagen over het overmatige gebruik van kunstlicht: licht dat naar boven wordt uitgezonden wordt in de dampkring verstrooid en maakt sommige astronomische waarnemingen onmogelijk. Ook het waarnemen van de sterrenhemel met het blote oog wordt op vele plaatsen sterk bemoeilijkt.
Procedure
Via het formulier op het e-loket kan je de gegevens over de milieuhinder inbrengen.
Regelgeving
Vlarem II geeft algemene voorschriften om de lichthinder te beperken, zowel voor ingedeelde inrichtingen, die van de overheid een milieuvergunning moeten krijgen, als voor niet-ingedeelde inrichtingen, zoals tuinverlichting, verlichte monumenten en dergelijke.
Die algemene voorschriften bepalen dat:
- de exploitant maatregelen moet treffen om lichthinder te voorkomen,
- dat de lichtbronnen beperkt moeten worden tot de noodwendigheden voor uitbating en veiligheid
- dat de niet-functionele lichtoverdracht zo veel mogelijk moet worden beperkt
- klemtoonverlichting mag alleen op de inrichting gericht zijn
- lichtreclame mag in intensiteit de normale intensiteit van de openbare verlichting niet overtreffen
Als uitgangspunt bij toepassing van deze Vlarem-artikelen geldt het principe geen uitbating is geen licht.
Als er zich ’s nachts wél activiteiten voordoen, sluit de regelgeving niet uit dat op het ogenblik van deze activiteiten het nodige licht wordt geproduceerd, maar dan enkel op die ogenblikken en dus niet tijdens periodes van inactiviteit. Bij sporadische activiteit, zoals laden en lossen aan laad- en loskades, kan het gebruik van bewegingsschakelaars, tijdsklokken en dergelijke een oplossing bieden. De term veiligheid verwijst in deze context naar de bescherming van de integriteit van de personen en niet naar de bescherming tegen inbraak.
Meer info
- meer info vind je op de website van het departement omgeving: vlaanderen.be/klachten-over-milieuhinder
- er is steeds een 24u/24u permanentie bij de interventiedienst van de lokale politie op het telefoonnummer 016 73 31 12
- je kan met deze klachten ook terecht bij de milieudienst van de gemeente